Controlelampje lichten

Artikel 5.2.62

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Het ingeschakeld zijn van de grote lichten indien de personenauto na 31 december 1997 in gebruik is genomen, de mistvoorlichten indien de personenauto na 31 december 2012 in gebruik is genomen, en het mistachterlicht of de mistachterlichten moet door middel van een optisch signaal aan de bestuurder kenbaar worden gemaakt.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.
  2. 2.

    Het ingeschakeld zijn van de richtingaanwijzers of de waarschuwingsknipperlichten, indien de personenauto na 31 december 1997 in gebruik is genomen, moet door middel van een optisch of akoestisch signaal aan de bestuurder kenbaar worden gemaakt.
    Wijze van keuren
    Visuele of auditieve controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.