Ruitenwisser- en ruitensproeierinstallatie

Artikel 5.2.43

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Personenauto’s met een voorruit moeten zijn voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie die de bestuurder voldoende uitzicht geeft.
    Wijze van keuren
    Visuele controle. Indien bij het in werking stellen van de installatie ten minste één stand, niet zijnde een intervalstand, werkt, blijft verdere controle achterwege.
    Toelichting

    Goedwerkende ruitenwisserinstallatie

    Eindigt een ruitenwisserinstallatie niet automatisch in de 0-stand (bladen nagenoeg verticaal of horizontaal)? Dan is het geen goed werkende ruitenwisserinstallatie. Dit is een afkeurpunt voor de APK. Bij voertuigen die geen automatische nulstand hebben (vanuit fabriekswege) moet u de bladen handmatig in de 0-stand kunnen zetten.  
  2. 2.

    Personenauto’s met een voorruit, die na 30 september 1971 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, waarbij de installatie in werking wordt gesteld.
    Toelichting

    Goedwerkende ruitensproeierinstallatie

    Een goed werkende ruitensproeierinstallatie moet sproeien op het directe en het indirecte gezichtsveld.
    Daarvoor hoeven niet alle aanwezige sproeiopeningen te werken.