Installatie ter ontdooiing en ontwaseming

Artikel 5.2.44

Actuele regelgeving

  1. Personenauto’s met een voorruit, die na 30 september 1971 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, waarbij de installatie in werking wordt gesteld.
    Toelichting

    Voorruitontwaseming

    Als er een aanjager aanwezig is, is het voldoende dat deze op 1 stand werkt en als er een duidelijk voelbare, op de voorruit gerichte luchtstroom is. U hoeft niet te controleren of deze luchtstroom warm is. Er kan ook een andere installatie voor worden gebruikt, zoals een elektrische voorruitverwarming waarbij het systeem is verwerkt in de voorruit.