Aanwezigheid voorzieningen t.b.v. rolstoelen
Artikel 5.2.78Actuele regelgeving
-
1.
Op de plaats waar rolstoelen kunnen worden bevestigd moeten, met uitzondering van de plaatsen waar eventuele stoelen of banken zijn bevestigd, de bevestigingssystemen voor deze rolstoelen en de daarbij behorende gordels aanwezig zijnWijze van keurenVisuele controle. -
2.
De rails of vastzetsystemen alsmede de onderdelen ervan voor de bevestiging van rolstoelen, mogen niet zodanig zijn vervormd of beschadigd dat de sterkte en de werking ervan in gevaar wordt gebracht.Wijze van keurenVisuele controle. -
3.
Vastzetsystemen moeten op de daarvoor aanwezige bevestigingspunten passend kunnen worden bevestigd.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de vastzetinrichting op het betreffende bevestigingspunt moet worden aangebracht. -
4.
Vergrendelinrichtingen van vastzetsystemen moeten met de hand te bedienen zijn en moeten naar behoren functioneren.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de vergrendelinrichting moet worden bediend. -
5.
Bevestigingsmiddelen niet zijnde vastzetsystemen en de daarbij behorende gordels moeten zijn voorzien van een goedwerkende sluiting en mogen niet zodanig zijn beschadigd dat de sterkte en werking ervan in gevaar wordt gebracht.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij moet worden beproefd of de sluiting van de bevestigingsmiddelen en de daarbij behorende gordels functioneren.