Hoofdstuk 4 Algemene erkenningsvoorschriften

Actuele regelgeving

  1. 15.

    erkenningsbewijzen en gevelschilden

    1. Vanaf de buitenkant van elke keuringsplaats waarvoor de erkenning geldt, is op een door de Dienst Wegverkeer vastgestelde en in de Staatscourant bekendgemaakte wijze zichtbaar dat de erkenning is verleend. Deze eis geldt niet voor keuringsplaatsen waarvan in het erkenningsbesluit is vastgelegd dat de erkenning alleen geldt voor voertuigen die behoren tot het eigen wagenpark.
    2. In elke keuringsplaats waarvoor de erkenning geldt, is het door de Dienst Wegverkeer afgegeven bewijs aanwezig waaruit blijkt dat voor de keuringsplaats een erkenning is verleend en voor welke groep voertuigen de erkenning voor de keuringsplaats geldt.
    3. Bij elke mobiele keuringseenheid waarvoor de erkenning geldt, is het door de Dienst Wegverkeer afgegeven bewijs aanwezig waaruit blijkt dat voor de eenheid een erkenning is verleend, voor welke groep voertuigen de erkenning voor de eenheid geldt en in welke inrichtingen de keuringen mogen plaatsvinden.
    4. Op verzoek van de aanvrager van een keuringsrapport wordt het in het tweede en derde lid bedoelde bewijs ter inzage gegeven.
  2. 16.

    voldoen aan erkenningsvoorschriften

    1. De keuringsplaatsen blijven voortdurend voldoen aan de eisen, gesteld in de artikelen artikel 8, 9, 9a, 11, 12, 13 en 14.
    2. De mobiele keuringseenheden, alsmede de inrichtingen of keuringsplaatsen waarin met een mobiele keuringseenheid keuringen mogen worden verricht blijven voortdurend voldoen aan de eisen, gesteld in de artikelen 9, 9a, 10, 11, 12, 13 en 14. 
  3. 17.

    aanwezigheid documenten apparatuur

    1. Ten aanzien van roetmeters, deeltjestellers, toerentellers, olietemperatuurmeters, manometers, pedaalkrachtmeters, rollenremtestbanken, platenremtestbanken, remvertragingsmeters, uitlaatgastesters met lambda-bepaling en uitleesapparaten ten behoeve van het uitlezen van het emissiegerelateerd diagnostisch boordsysteem zijn steeds aanwezig de documenten en markeringen als bedoeld in artikel 13 van deze regeling
    2. Ten aanzien van de in artikel 8, derde lid, onderdeel a, bedoelde afzuiginstallatie ten behoeve van de roetmeting is steeds een geldig certificaat van goedkeuring aanwezig.
    3. Na verwijdering van de rollenremtestbank of de platenremtestbank van zijn fundering waaraan hij was bevestigd teneinde te worden herplaatst op dezelfde plaats of een andere plaats, wordt wederom een certificaat van eerste keuring dan wel herkeuring afgegeven en is de verzegeling aan de fundering aangebracht.
    4. Na verplaatsing van de nulemissie-eenheid naar een andere keuringsplaats, moet wederom een certificaat van eerste keuring, dan wel herkeuring worden afgegeven.
    5. Wijzigingen ten aanzien van de in het eerste en tweede lid genoemde apparatuur en ten aanzien van de afgifte van een certificaat van herkeuring of goedkeuring worden via de datacommunicatie terstond gemeld aan de Dienst Wegverkeer.
  4. 17a.

    tellerstand verstrekken

    Aan een op grond van artikel 23k van het Besluit voertuigen bestaande verplichting wordt gevolg gegeven door de tellerstand van een motorrijtuig te verstrekken aan de Dienst Wegverkeer door middel van de voorziening, bedoeld in artikel 8, zesde lid.


  5. 17b.

    Uitlezen en verstrekken werkelijke gegevens

    1. Het voertuigidentificatienummer en de werkelijke gegevens van voor de verbruiksmonitoring uit te lezen personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen worden uitgelezen en verstrekt aan de Dienst Wegverkeer, tenzij:
      1. de eigenaar of houder van het voertuig uitdrukkelijk heeft geweigerd deze gegevens beschikbaar te stellen; of
      2. het beschikbaar stellen van deze gegevens niet mogelijk is vanwege een technische reden.
    2. Het uitlezen en verstrekken van het voertuigidentificatienummer en de werkelijke gegevens vindt plaats gedurende een periode van maximaal 15 jaar en vangt aan vanaf de datum waarop de werkelijke gegevens voor het eerst aan het Europees Milieuagentschap worden gerapporteerd.
     
  6. 18.

    administratie

    1. Van het steekproefcontrolerapport wordt ten minste gedurende twee jaar een afschrift bewaard. Op dit afschrift worden geen wijzigingen aangebracht.
    2. Gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn worden de genoemde bescheiden en de controlelijsten desgevraagd onverwijld aan een functionaris van de Dienst Wegverkeer ter inzage gegeven of ter inzage opgestuurd.
    3. De erkenninghouder draagt er zorg voor dat de aan hem ten behoeve van datacommunicatie verstrekte code niet toegankelijk is voor onbevoegden.
    4. Het boekwerk “Regelgeving APK” alsmede de vereiste certificaten en handleidingen zijn goed geordend aanwezig.
    5. De erkenninghouder vermeldt op de factuur bij afgifte van een keuringsrapport het door hem ingevolge van artikel 86, zesde lid, van de wet aan de Dienst Wegverkeer verschuldigde tarief.
    6. Foutief ingevulde of onbruikbaar geworden afdrukken van keuringsrapporten worden vernietigd.
  7. 19.

    melding wijzigingen

    1. Indien zich wijzigingen voordoen in de samenstelling van de economische eenheid als bedoeld in artikel 6 worden deze door de erkenninghouder schriftelijk aan de Dienst Wegverkeer gemeld.
    2. Indien zich een wijziging voordoet van de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of de rechtsvorm, zijn zowel de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de erkenning oorspronkelijk was verleend, als degene die de bedrijfsvoering voortzet, verplicht de Dienst Wegverkeer hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen.
    3. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het voorgaande lid de bedrijfsvoering van de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of de rechtsvorm waaraan een erkenning APK, is verleend, wordt voortgezet door een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon, worden de toegekende bonus- en strafpunten van het systeem als bedoeld in artikel 37 beschouwd als te zijn toegekend aan deze natuurlijke persoon of rechtspersoon.
    4. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het tweede lid de bedrijfsvoering van de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of de rechtsvorm waaraan een erkenning APK is verleend, wordt voortgezet door een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon, worden de opgelegde sancties beschouwd als te zijn toegekend aan deze natuurlijke persoon of rechtspersoon.
    5. Wijziging en uitbreiding van een erkenning is niet mogelijk indien de erkenning op grond van artikel 87, tweede lid van de wet is ingetrokken.
    6. Uitbreiding van een erkenning is niet mogelijk indien de erkenning is verleend aan één of meer in Nederland op naam van de erkenninghouder geregistreerde mobiele keuringseenheden.