Remvertraging bedrijfsrem
Artikel 5.8.38Actuele regelgeving
-
1.
Landbouw- of bosbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van:
- meer dan 40 km/h, moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg ten minste 4,5 m/s2 bedraagt;
- meer dan 30 km/h, maar niet meer dan 40 km/h, moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg ten minste 3,1 m/s2 bedraagt;
- niet meer dan 30 km/h, moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg ten minste 2,4 m/s2 bedraagt.
Wijze van keurenVisuele controle door middel van een beproeving op de weg. De snelheid moet bij de aanvang van de remproef de maximumconstructiesnelheid bedragen, met een maximum van 40 km/h. De remvertraging wordt met een elektronische zelfregistrerende remvertragingsmeter als volgt vastgesteld:
a. indien op de remvertragingsmeter een resulterende of gemiddelde waarde wordt aangegeven, geldt deze waarde als de minimaal behaalde remvertraging;
b. indien de remvertraging niet volgens onderdeel a kan worden vastgesteld, geldt de waarde die met behulp van de meetwaardentabel op de registratiestrook wordt vastgesteld, door het gemiddelde te nemen van alle gemeten waarden die gelijk of groter zijn aan de minimaal vereiste remvertraging en gedurende ten minste een halve seconde zijn gemeten;
c. indien de remvertraging niet volgens de onderdelen a of b kan worden vastgesteld, geldt als remvertraging de waarde die met behulp van de grafiek op de registratiestrook als volgt is vastgesteld:
- indien op het moment dat het voertuig nagenoeg stilstond geen plotselinge stijging van de remvertraging waarneembaar is, is de hoogst behaalde waarde van de remvertraging bepalend;
- indien op het moment dat het voertuig nagenoeg stilstond een plotselinge stijging van de remvertraging waarneembaar is, is de waarde van de behaalde remvertraging vlak vóór deze stijging bepalend.
- Indien op een remtestinrichting kan worden vastgesteld dat de remvertraging voldoet, kan de beproeving op de weg achterwege blijven. De bij de remproef behaalde remvertraging wordt berekend door de remkrachten bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door de massa van het voertuig in rijklare toestand.ToelichtingBepalen massa in rijklare toestand
De massa in rijklare toestand van landbouw- en bosbouwtrekkers staat niet in het kentekenregister. De massa bepalen mag op basis van:
- Betrouwbare fabrieksinformatie of;
- Weging door middel van de weeginstallatie van de rollenremtestbank of;
- Een verslag van weging.
In betrouwbare fabrieksinformatie staan soms meerdere massa’s. Daarbij wordt de laagste waarde gebruikt. De massa ledig voertuig + 75 kg is de massa in rijklare toestand.
-
2.
De bedrijfsrem van een landbouw- of bosbouwtrekker in gebruik genomen:- na 31 december 2020 en met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 30 km/h, moet op alle wielen werken;
- vóór 1 januari 2021, moet ten minste op de wielen van één as werken.
Wijze van keurenVisuele controle. Terwijl de wielen zich vrij van de grond bevinden, wordt het rempedaal licht ingetrapt en wordt gecontroleerd of elk wiel wordt geremd. Bij gebruik van een remtestinrichting voor de controle van de remwerking, wordt hierop gelijktijdig gecontroleerd. -
3.
De bedrijfsrem van een landbouw- of bosbouwtrekker met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h, moet op alle wielen werken;Wijze van keurenVisuele controle. Terwijl de wielen zich vrij van de grond bevinden, wordt het rempedaal licht ingetrapt en wordt gecontroleerd of elk wiel wordt geremd. Bij gebruik van een remtestinrichting voor de controle van de remwerking, wordt hierop gelijktijdig gecontroleerd.