CNG- of LNG-installatie

Artikel 5.8.10a

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Indien de landbouw- of bosbouwtrekker is voorzien van een CNG- of LNG-installatie, moet deze, onverminderd het bepaalde in artikel 5.8.9, voldoen aan de in de volgende leden gestelde eisen.
    Toelichting

    Wel of geen gasdichte behuizing bij CNG of LNG

    Heeft de CNG- of LNG-tank een gecombineerde afnamekraan, dan kunt u dit zien als gasdichte behuizing.  Een gecombineerde afnamekraan is te herkennen aan één of twee gemonteerde (geribbelde) slangen op de afnamekraan, waarvan er één van deze in de buitenlucht uitkomt.

    gecombineerde afnamekraan

  2. 2.

    De CNG- of LNG-tank:

    1. moet permanent zijn aangebracht aan het voertuig, en
    2. mag geen deuken vertonen.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  3. 3.

    De CNG- of LNG-tank mag niet in de motorruimte zijn geplaatst.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  4. 4.

    De CNG- of LNG-tank moet, indien het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2002, zijn voorzien van een deugdelijke gasdichte behuizing die in de buitenlucht moet uitmonden, tenzij de tank in de open lucht is geplaatst.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  5. 5.

    De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG- of LNG-tank, mag niet verstreken zijn..
    Wijze van keuren
    Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
  6. 6.

    Op de CNG- of LNG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig, met uitzondering van een verwarmingsinstallatie ten behoeve van de passagiers-of bagageruimte.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  7. 7.

    De onderdelen van de CNG- of LNG-installatie moeten vrij zijn van ernstige beschadigingen en mogen niet door corrosie zijn aangetast, met uitzondering van corrosie van het oppervlak.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  8. 8.

    De leidingen en gasvoerende slangen mogen geen knikken vertonen.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  9. 9.

    De gasvoerende slangen mogen geen beschadiging vertonen waarbij het wapeningsmateriaal zichtbaar is.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  10. 10.

    De vulaansluiting moet:

    1. zijn geplaatst aan de buitenzijde van het voertuig of in het motorcompartiment;
    2. zijn voorzien van een stofkap, tenzij de vulaansluiting is beschermd tegen vuil en water.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.