Werking en toestand toegestane lichten en retroreflectoren
Artikel 5.8.59aActuele regelgeving
-
1.
De in artikel 5.8.57 bedoelde lichtarmaturen en de onderdelen daarvan moeten deugdelijk aan het voertuig zijn bevestigd.Wijze van keurenVisuele controle -
2.
De glazen van de lichtarmaturen mogen niet zijn verwijderd.Wijze van keurenVisuele controleToelichtingHet ontbreken of gedeeltelijk ontbreken van kunststof transparanten
Transparanten die ter bescherming, verfraaiing of afwerking gemonteerd zijn over het glas of kunststof lens mogen geheel of gedeeltelijk ontbreken.
- Op afbeelding 1 zie je transparanten die gebruikt worden ter bescherming van het glas. Deze zijn direct over het glas aangebracht.
- Op afbeelding 2 zie je een lichtunit waarbij de transparant direct over de glazen of kunststof lenzen (wel of niet gekleurd) is gemonteerd ter verfraaiing van de lichtunit. Hierbij loopt het transparant vaak mee in de contouren van het voertuig.
Afbeelding 1: Kunststof transparanten
Afbeelding 2: Lichtarmatuur met en zonder transparant toegestaan
Mag er een gat in een koplampglas of verlichtingsglas aanwezig zijn?
Een gat in een koplampglas of verlichtingsglas is toegestaan als de lichtopbrengst, lichtbeeld en de functie (van het licht) niet nadelig beïnvloed wordt en geen scherpe delen oplevert. Let op dat er geen witlicht naar achteren kan worden gestraald. Achteruitrijlichten zijn uitgesloten van deze eis. Als het glas gerepareerd is moet de reparatie voldoen aan artikel 128 van de aanvullende permanente eisen.
De lichtopbrengst en de functie kunt u eenvoudig op afstand beoordelen en zult u per situatie moeten bekijken. Ga er vanuit dat bij het vervangen van het witte bolletje voor een gekleurd bolletje de lichtopbrengst altijd wordt beïnvloed. Het verwijderen van het verlichtingsglas (om aan de eisen te kunnen voldoen) is niet toegestaan (artikel 5.*.55 lid 3).
-
3.
De glazen van de lichtarmaturen mogen niet zodanig zijn beschadigd, gerepareerd of bewerkt dat de lichtopbrengst en het lichtbeeld dan wel de functie nadelig worden beïnvloed. Hierbij is het bepaalde in Aanvullende permanente eisen, artikel 128, van toepassing.Wijze van keurenVisuele controle.Aanvullende permanente eisenArtikel 128
- De glazen van de lichtarmaturen mogen niet zijn bespoten, geverfd of beplakt.
- De glazen van de lichtarmaturen aan de achterzijde van het voertuig, met uitzondering van de achteruitrijlichten, mogen geen barsten of gaten vertonen waardoor wit licht naar achteren kan worden gestraald.
ToelichtingMag er een gat in een koplampglas of verlichtingsglas aanwezig zijn?
Een gat in een koplampglas of verlichtingsglas is toegestaan als de lichtopbrengst, lichtbeeld en de functie (van het licht) niet nadelig beïnvloed wordt en geen scherpe delen oplevert. Let op dat er geen witlicht naar achteren kan worden gestraald. Achteruitrijlichten zijn uitgesloten van deze eis. Als het glas gerepareerd is moet de reparatie voldoen aan artikel 128 van de aanvullende permanente eisen.
De lichtopbrengst en de functie kunt u eenvoudig op afstand beoordelen en zult u per situatie moeten bekijken. Ga er vanuit dat bij het vervangen van het witte bolletje voor een gekleurd bolletje de lichtopbrengst altijd wordt beïnvloed. Het verwijderen van het verlichtingsglas (om aan de eisen te kunnen voldoen) is niet toegestaan (artikel 5.*.55 lid 3).
-
4.
Lichten met dezelfde functie moeten nagenoeg van gelijke grootte, gelijke kleur en gelijke sterkte zijn. Lichten en retroreflecterende voorzieningen met dezelfde functie moeten nagenoeg symmetrisch links en rechts van het midden van het voertuig zijn bevestigd.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.