Plaatsing lichten en retroreflectoren
Artikel 5.8.61Actuele regelgeving
-
1.
Laatst gewijzigd: 01-01-2025De richtingaanwijzers, stadslichten, parkeerlichten en achterlichten, bedoeld in de artikelen 5.8.51 en 5.8.57, en de rode retroreflectoren aan de achterzijde, bedoeld in artikel 5.8.51, moeten zijn aangebracht op een afstand van niet meer dan 0,50 m vanaf het punt van de grootste breedte van het voertuig.Wijze van keurenVisuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.ToelichtingPlaatsing markeringslicht
De plaats van het markeringslicht(en) in de lengterichting van het voertuig, wordt niet voorgeschreven.