De fuseepennen, -lageringen, -bussen en -kogels alsmede de overige draaipunten van een volledig onafhankelijke wielophanging mogen niet te veel speling vertonen. Hierbij is het bepaalde in Aanvullende permanente eisen, artikelen 46, 47 en 48, van toepassing.
Fuseepennen, -lageringen en -bussen mogen, naast eventuele oorspronkelijke speling, door slijtageverschijnselen niet meer speling hebben dan:
in radiale richting, zoals weergegeven in figuur 11: 1,5 mm in het bovenste of onderste draaipunt, en 2,0 mm in het bovenste en onderste draaipunt samen;
in axiale richting, zoals weergegeven in figuur 11: 1,0 mm.
De oorspronkelijke speling, bedoeld in het eerste
lid, wordt met behulp van het werkplaatshandboek of informatie van de fabrikant van het desbetreffende onderdeel vastgesteld.
Artikel 47
Fuseekogels mogen, naast eventuele oorspronkelijke speling, door slijtageverschijnselen niet meer speling hebben dan
1,0 mm, in radiale richting, zoals weergegeven in figuur 12;
1,0 mm, in axiale richting, zoals weergegeven in figuur 12.
De oorspronkelijke speling, bedoeld in het eerste
lid, die het gevolg is van indrukking van het veerelement in de kogel, wordt vastgesteld:
met behulp van het werkplaatshandboek of soortgelijke informatie, dan wel
door middel van indrukking van een nieuwe kogel.
Artikel 48
De draaipunten in een volledig onafhankelijke wielophanging anders dan bedoeld in de artikelen 46 en 47, met uitzondering van kogelgewrichten, mogen:
in de richting van de belasting door slijtageverschijnselen niet meer speling hebben dan 1,0 mm, waarbij de elasticiteit van het rubber buiten beschouwing wordt gelaten;
ten gevolge van de zijdelingse verplaatsing geen contactplekken vertonen.
Het eerste lid is niet van toepassing op het bovenste draaipunt van een wielgeleidend systeem waarin elementen van de sturing, vering en schokdemping zijn gecombineerd, het zogenaamde MacPherson-wielophangingsysteem.
Indien het draaipunt een kogelgewricht betreft, mag deze door slijtageverschijnselen niet meer speling hebben dan:
1,0 mm, in radiale richting;
1,0 mm, in axiale richting.
4.
Indien een gedeelte van de binnenkant van het fuseekogelhoes en van de fuseekogel zichtbaar is doordat de hoes is beschadigd of ontbreekt, mag dit gedeelte geen corrosie vertonen.