Verplichte lichten en retroreflectoren

Artikel 5.5.51

Actuele regelgeving

  1. 1.

      Driewielige motorrijtuigen moeten zijn voorzien van:

    1. twee grote lichten;
    2. twee dimlichten;
    3. twee stadslichten;
    4. twee richtingaanwijzers aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, dan wel één richtingaanwijzer aan elke zijkant indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen; het licht van de richtingaanwijzers van driewielige motorrijtuigen die na 30 juni 1967 in gebruik zijn genomen moet knipperen;
    5. twee achterlichten;
    6. twee remlichten indien het voertuig na 30 juni 1967 in gebruik is genomen, dan wel één of twee remlichten indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen;
    7. een achterkentekenplaatverlichting;
    8. twee rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
    Toelichting

    Dynamische knipperlichten (richtingaanwijzers)

    De richtingaanwijzers van een voertuig kunnen dynamisch zijn uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de vorm van de lichten wijzigt als deze werken. Bij richtingaanwijzers kunnen ze bijvoorbeeld bewegen in de richting waarin het voertuig afslaat. Een voorbeeld ziet u op onderstaande afbeelding. Deze dynamische lichten zijn geen afkeurpunt als de lichten niet zijn beschadigd en voldoen aan de overige eisen zoals kleur. Dynamisch licht trike

  2. 2.

    De in het eerste lid, onderdelen d en f  bedoelde lichten zijn niet verplicht voor driewielige motorrijtuigen met een ledige massa van niet meer dan 400 kg, in gebruik genomen voor 27 november 1975, waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat de door hem met de arm gegeven seinen zowel goed zichtbaar zijn voor het tegemoetkomend verkeer als voor het achteropkomend verkeer.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
  3. 3.

    Driewielige motorrijtuigen met een breedte van niet meer dan 1,30 m mogen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f en h zijn voorzien van:

    1. één groot licht;
    2. één dimlicht;
    3. één stadslicht;
    4. één achterlicht;
    5. één remlicht;
    6. één rode retroreflector.
    Wijze van keuren
    Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.