LPG-installatie
Artikel 5.3.10Actuele regelgeving
-
1.
Indien de bedrijfsauto is voorzien van een LPG-installatie, moet deze, onverminderd het bepaalde in artikel 5.3.9 , voldoen aan de in de volgende leden gestelde eisen. -
2.
De LPG-tank:
- moet permanent zijn aangebracht aan het voertuig;
- mag niet door corrosie zijn aangetast, met uitzondering van corrosie van het oppervlak,
en - mag geen deuken vertonen.
Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.ToelichtingCorrosie LPG-tank
De LPG-tank mag alleen aan het oorspronkelijke oppervlak roestvorming hebben. Deze oppervlakteroest is vrij eenvoudig (bijvoorbeeld met een schuurpapiertje) te verwijderen. Zodra de roestvorming verder gaat (pitten en kraters) dan is het geen roest meer aan het (oorspronkelijke) oppervlak. In dat geval mag u de gastank niet goedkeuren.
-
3.
De LPG-tank mag niet in de motorruimte zijn geplaatst.Wijze van keurenVisuele controle. -
4.
De LPG-tank moe,t indien het voertuig in gebruik is genomen na 31 maart 1979, zijn voorzien van een gasdichte behuizing die in de buitenlucht moet uitmonden, tenzij de tank in de open lucht is geplaatstWijze van keurenVisuele controle. -
5.
Op de LPG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig, met uitzondering van een verwarmingsinstallatie ten behoeve van de passagiers- of laadruimteWijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
6.
Indien het voertuig na 30 september 1978 in gebruik is genomen, mag het vullen van de tank alleen buiten het voertuig kunnen geschieden. De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water.Wijze van keurenVisuele controle. -
7.
De leidingen mogen geen knikken vertonen en mogen niet door corrosie zijn aangetast, met uitzondering van corrosie van het oppervlak.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
8.
De gasvoerende slangen mogen geen beschadiging vertonen waarbij het wapeningsmateriaal zichtbaar is. De slangen die aan de buitenzijde van een metalen wapening zijn voorzien, mogen geen beschadiging vertonen.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.