CNG- of LNG-installatie

Artikel 5.3.10a

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Indien de bedrijfsauto is voorzien van een is voorzien van een CNG- of LNG-installatie, moet deze, onverminderd het bepaalde in artikel 5.3.9, voldoen aan de in de volgende leden gestelde eisen.
    Toelichting

    Wel of geen gasdichte behuizing bij CNG of LNG

    Heeft de CNG- of LNG-tank een gecombineerde afnamekraan, dan kunt u dit zien als gasdichte behuizing.  Een gecombineerde afnamekraan is te herkennen aan één of twee gemonteerde (geribbelde) slangen op de afnamekraan, waarvan er één van deze in de buitenlucht uitkomt.

    gecombineerde afnamekraan

  2. 2.

    De CNG- of LNG-tank:

    1. Moet permanent zijn aangebracht aan het voertuig, en
    2. mag geen deuken vertonen.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
    Toelichting

    Deuk in de buitenmantel van een LNG-tank

    Een LNG-tank is geïsoleerd en heeft daardoor een isolatielaag en een buitenmantel. Tijdens de APK beoordeelt u deze buitenmantel niet op de eisen van de tank, maar wel op de overige eisen die gelden voor de onderdelen van het brandstofsysteem.
  3. 3.

    De CNG-tank mag niet in de motorruimte zijn geplaatst.
    Wijze van keuren
    Visuele controle
  4. 4.

    De CNG- of LNG-tank moet, indien het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2002, zijn voorzien van een deugdelijke gasdichte behuizing die in de buitenlucht moet uitmonden, tenzij de tank in de openlucht is geplaatst.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
    Toelichting

    Gasdetector in plaats van een gasdichte behuizing bij CNG of LNG

    In plaats van een gasdichte behuizing om de appendages mag het voertuig een permanent aangebrachte en goedwerkende gasdetector hebben in de ruimte waar de CNG- of LNG-tank gemonteerd is.

    Wel of geen gasdichte behuizing bij CNG of LNG

    Heeft de CNG- of LNG-tank een gecombineerde afnamekraan, dan kunt u dit zien als gasdichte behuizing.  Een gecombineerde afnamekraan is te herkennen aan één of twee gemonteerde (geribbelde) slangen op de afnamekraan, waarvan er één van deze in de buitenlucht uitkomt.

    gecombineerde afnamekraan

  5. 5.

    De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG- of LNG-tank, mag niet verstreken zijn.
    Wijze van keuren
    Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
  6. 6.

    Op de  CNG- of LNG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig, met uitzondering van een koel- of verwarmingsinstallatie ten behoeve van de passagiers- of bagageruimte of een koelinstallatie ten behoeve van het koelen van de laadruimte.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
  7. 7.

    De onderdelen van de CNG- of LNG-installatie moeten vrij zijn van ernstige beschadigingen en mogen niet door corrosie zijn aangetast, met uitzondering van corrosie van het oppervlak.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
  8. 8.

    De leidingen en gasvoerende slangen mogen geen knikken vertonen.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
  9. 9.

    De gasvoerende slangen mogen geen beschadiging vertonen waarbij het wapeningsmateriaal zichtbaar is.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
  10. 10.

    De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water.

    1. zijn geplaatst aan de buitenzijde van het voertuig of in het motorcompartiment;
    2. zijn voorzien van een stofkap, tenzij de vulaansluiting is beschermd tegen vuil en water.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.