Zwaai-, flits- of knipperlichten
Artikel 5.3.57aActuele regelgeving
-
1.
Bedrijfsauto’s in gebruik bij de in de artikelen 29, eerste lid, en 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van blauwe en groene zwaai-, flits- of knipperlichten.Wijze van keurenVisuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. -
2.
Bedrijfsauto’s in gebruik voor werkzaamheden die zijn vastgesteld krachtens artikel 30, eerste lid, van het RVV 1990, mogen zijn voorzien van gele
zwaai-, flits- of knipperlichten.
Wijze van keurenVisuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. -
3.
Bedrijfsauto’s als bedoeld in artikel 41a van het RVV 1990, mogen zijn voorzien van verlichte transparanten die afzonderlijk zijn geschakeld en niet langer of breder zijn dan het betreffende voertuig.Wijze van keurenvisuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.