Schotelkoppeling

Artikel 5.3.69

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Indien de bedrijfsauto is voorzien van een schotelkoppeling van 2 of 3,5 inch, mag:

    1. de onvlakheid van de schotel niet meer dan 3,5 mm bedragen;
    2. de onvlakheid van de schotel, in afwijking van het bepaalde onder a, voor wat betreft de uiterste linker en rechterzijde over een breedte van 50 mm, gemeten vanaf de buitenzijde van de schotel, niet meer dan 5 mm bedragen. Dit lid is niet van toepassing op kunststofdelen op de schotelkoppeling die bedoeld zijn als slijtvlak.
    Wijze van keuren
    In geval van twijfel wordt met behulp van een geschikt meetmiddel en een aanliggende stalen rei in alle richtingen over het hart van de schotel gemeten.
    Toelichting

    Het keuren van een BE-combinatie

    De voorste achteras hoort bij de bedrijfsauto (APK2). De achterste achteras hoort bij de oplegger die door middel van een opleggerkoppeling aan de bedrijfsauto is gekoppeld. Bij het keuren van deze BE-combinatie moet u de voertuig-combinatie helemaal ontkoppelen. Tijdens de APK moet de opleggertrekker rondom vrij zijn. Dit is nodig zodat u alle keuringseisen op een normale manier kunt controleren. 

    Let op! Heeft de bedrijfsauto een aanhangwagen drukluchtremsysteem? Dan moet u twee manometers en bijpassende aansluitkoppen (luchthandjes) gebruiken. Ook moet u de speling van de sluitinrichting en de vlakheid van de schotelkoppeling controleren.

    Het ontkoppelen is niet altijd makkelijk bij deze voertuigen. We adviseren daarom om de oplegger pas te koppelen als deze niet in een steekproef is gevallen. Lukt het ontkoppelen tijdens een steekproef niet op een veilige manier binnen 15 minuten na aankomst? Dan staakt de steekproefcontroleur de steekproef.

    De bedrijfsauto keurt u volgens de APK2-eisen. De aanhangwagen volgens de APK1-eisen. Om de hele BE-combinatie te keuren moet de keuringsinstantie dus een APK1- én APK2-erkenning hebben. Een andere mogelijkheid is om de combinatie in twee keer te keuren op verschillende locaties. In beide gevallen moet u de schotelkoppeling van zowel de bedrijfsauto als de aanhangwagen apart beoordelen.

    66 - 3L 12 - Het keuren van een BE-combinatie

    BE-combinatie

  2. 2.

    Een schotelkoppeling moet deugdelijk zijn bevestigd.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
    Toelichting

    Het keuren van een BE-combinatie

    De voorste achteras hoort bij de bedrijfsauto (APK2). De achterste achteras hoort bij de oplegger die door middel van een opleggerkoppeling aan de bedrijfsauto is gekoppeld. Bij het keuren van deze BE-combinatie moet u de voertuig-combinatie helemaal ontkoppelen. Tijdens de APK moet de opleggertrekker rondom vrij zijn. Dit is nodig zodat u alle keuringseisen op een normale manier kunt controleren. 

    Let op! Heeft de bedrijfsauto een aanhangwagen drukluchtremsysteem? Dan moet u twee manometers en bijpassende aansluitkoppen (luchthandjes) gebruiken. Ook moet u de speling van de sluitinrichting en de vlakheid van de schotelkoppeling controleren.

    Het ontkoppelen is niet altijd makkelijk bij deze voertuigen. We adviseren daarom om de oplegger pas te koppelen als deze niet in een steekproef is gevallen. Lukt het ontkoppelen tijdens een steekproef niet op een veilige manier binnen 15 minuten na aankomst? Dan staakt de steekproefcontroleur de steekproef.

    De bedrijfsauto keurt u volgens de APK2-eisen. De aanhangwagen volgens de APK1-eisen. Om de hele BE-combinatie te keuren moet de keuringsinstantie dus een APK1- én APK2-erkenning hebben. Een andere mogelijkheid is om de combinatie in twee keer te keuren op verschillende locaties. In beide gevallen moet u de schotelkoppeling van zowel de bedrijfsauto als de aanhangwagen apart beoordelen.

    66 - 3L 12 - Het keuren van een BE-combinatie

    BE-combinatie

  3. 3.

    De speling in de sluitinrichting van een schotelkoppeling van 2 inch mag, uitgaande van een niet gesleten 2 inch pen, in de lengterichting van het voertuig niet meer dan 2 mm bedragen.
    Wijze van keuren

    Controleren met behulp van:

    1. een standaard pen van 2 inch, die voldoet aan de nieuwmaat toleranties en voorzien is van een vlakke plaat waarbij het uitstekende deel van de pen een hoogte heeft van ten minste 82,5 en ten hoogste 82,7 mm, dan wel
    2. een oplegger met een pen van 2 inch daarbij rekening houdend met een eventuele gemeten slijtage van de pen. In geval van twijfel wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
    Toelichting

    Het keuren van een BE-combinatie

    De voorste achteras hoort bij de bedrijfsauto (APK2). De achterste achteras hoort bij de oplegger die door middel van een opleggerkoppeling aan de bedrijfsauto is gekoppeld. Bij het keuren van deze BE-combinatie moet u de voertuig-combinatie helemaal ontkoppelen. Tijdens de APK moet de opleggertrekker rondom vrij zijn. Dit is nodig zodat u alle keuringseisen op een normale manier kunt controleren. 

    Let op! Heeft de bedrijfsauto een aanhangwagen drukluchtremsysteem? Dan moet u twee manometers en bijpassende aansluitkoppen (luchthandjes) gebruiken. Ook moet u de speling van de sluitinrichting en de vlakheid van de schotelkoppeling controleren.

    Het ontkoppelen is niet altijd makkelijk bij deze voertuigen. We adviseren daarom om de oplegger pas te koppelen als deze niet in een steekproef is gevallen. Lukt het ontkoppelen tijdens een steekproef niet op een veilige manier binnen 15 minuten na aankomst? Dan staakt de steekproefcontroleur de steekproef.

    De bedrijfsauto keurt u volgens de APK2-eisen. De aanhangwagen volgens de APK1-eisen. Om de hele BE-combinatie te keuren moet de keuringsinstantie dus een APK1- én APK2-erkenning hebben. Een andere mogelijkheid is om de combinatie in twee keer te keuren op verschillende locaties. In beide gevallen moet u de schotelkoppeling van zowel de bedrijfsauto als de aanhangwagen apart beoordelen.

    66 - 3L 12 - Het keuren van een BE-combinatie

    BE-combinatie

  4. 4.

    De sluit- en borginrichting moet goed functioneren.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de sluit- en borginrichting wordt geopend en gesloten.
    Toelichting

    Het keuren van een BE-combinatie

    De voorste achteras hoort bij de bedrijfsauto (APK2). De achterste achteras hoort bij de oplegger die door middel van een opleggerkoppeling aan de bedrijfsauto is gekoppeld. Bij het keuren van deze BE-combinatie moet u de voertuig-combinatie helemaal ontkoppelen. Tijdens de APK moet de opleggertrekker rondom vrij zijn. Dit is nodig zodat u alle keuringseisen op een normale manier kunt controleren. 

    Let op! Heeft de bedrijfsauto een aanhangwagen drukluchtremsysteem? Dan moet u twee manometers en bijpassende aansluitkoppen (luchthandjes) gebruiken. Ook moet u de speling van de sluitinrichting en de vlakheid van de schotelkoppeling controleren.

    Het ontkoppelen is niet altijd makkelijk bij deze voertuigen. We adviseren daarom om de oplegger pas te koppelen als deze niet in een steekproef is gevallen. Lukt het ontkoppelen tijdens een steekproef niet op een veilige manier binnen 15 minuten na aankomst? Dan staakt de steekproefcontroleur de steekproef.

    De bedrijfsauto keurt u volgens de APK2-eisen. De aanhangwagen volgens de APK1-eisen. Om de hele BE-combinatie te keuren moet de keuringsinstantie dus een APK1- én APK2-erkenning hebben. Een andere mogelijkheid is om de combinatie in twee keer te keuren op verschillende locaties. In beide gevallen moet u de schotelkoppeling van zowel de bedrijfsauto als de aanhangwagen apart beoordelen.

    66 - 3L 12 - Het keuren van een BE-combinatie

    BE-combinatie