Banden

Artikel 5.3.27

Actuele regelgeving

  1. 1.

    De wielen van bedrijfsauto's moeten zijn voorzien van luchtbanden.
    Wijze van keuren
    Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
  2. 2.

    De banden mogen geen beschadigingen vertonen waarbij het karkas zichtbaar is.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt, waarbij het wiel wordt rondgedraaid.
    Toelichting

    Reparatie van banden met kit

    Is een beschadiging van een band met bijvoorbeeld kit weggewerkt en is het karkas daardoor niet meer zichtbaar? Dan kunt u de beschadiging niet goed beoordelen. Voor een goede beoordeling moet u eerst de kit verwijderen. Dit kan door het uitoefenen van een kracht, met of zonder gereedschap. Een voertuig met een goed gerepareerde band met bijvoorbeeld Vulcanizing Compounds of een prop kunt u goedkeuren.
  3. 3.

    De banden mogen geen uitstulpingen vertonen.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt, waarbij het wiel wordt rondgedraaid.
  4. 4.

    De profilering van de hoofdgroeven van de banden van bedrijfsauto's moet over de gehele omtrek van het loopvlak ten minste 1,6 mm bedragen, met uitzondering van slijtage-indicatoren.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt, waarbij het wiel wordt rondgedraaid. In geval van twijfel wordt de profieldiepte gemeten met een profieldieptemeter. De minimale profieldiepte wordt gemeten in de brede groeven waarin door de fabrikant de maximale diepte is bepaald, alsmede in de groeven waarin een slijtage-indicator aanwezig is.
    Toelichting

    Nulstellen van de profielmeter

    De juiste manier om een profielmeter op nul te stellen is door dit te doen op een glad deel in het loopvlak van de band. Als de profielmeter op nul is gesteld op een hard vlak, dan zal deze op een band zonder profiel toch enkele tienden van millimeters aangeven. Dat komt omdat de punt van de meetstift van de profielmeter door de veer die erachter zit altijd iets in het (zachtere) materiaal drukt. Om de juiste waarden te krijgen, moet u de profielmeter op hetzelfde materiaal op nul stellen.

    27 - 2,3L,3Z,5,12 - Nulstellen van de profielmeter onjuist

    De profielmeter niet op een harde ondergrond op nul stellen

    27 - 2,3L,3Z,5,12 - Nulstellen van de profielmeter juist

    Dit is de juiste manier om een profielmeter op nul te stellen

    Loopvlak

    Deel van de band dat, gemeten symmetrisch ten opzichte van het midden, 50 mm minder bedraagt dan de breedte in de maataanduiding van de band;

    Hoofdgroeven

    Brede groeven in het middelste gedeelte van het loopvlak van een band, welk gedeelte ongeveer 75% van de breedte van het loopvlak inneemt;

    Loopvlakbreedte = breedte maataanduiding – 50 mm
    Meetbreedte profieldiepte = ¾ x loopvlakbreedte mm (symmetrisch ten opzicht van midden band)

    Voorbeeld band 195/65 x 15
    Loopvlakbreedte = 195 – 50 = 145 mm
    Meetbreedte voor profieldiepten is ¾ x 145 = 109 mm
    dus t.o.v. midden band 54,5 mm links en 54,5 mm rechts

  5. 5.

    De banden van bedrijfsauto's

    mogen niet zijn nageprofileerd. Van naprofileren is sprake indien slijtage-indicatoren zijn weggesneden, indien de profielvorm van de groef afwijkt van de originele profielvorm, of indien in de bodem van de groef het karkas van de band zichtbaar is. In afwijking van de eerste volzin is naprofileren toegestaan, indien de mogelijkheid daartoe op de band is vermeld door de aanduiding "regroovable" of door het teken " ⍽ ", met dien verstande dat het karkas van de band niet zichtbaar mag zijn.

    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt, waarbij het wiel wordt rondgedraaid.
    Toelichting

    Opgesneden band

    Is een band van een voertuig opgesneden, dan worden alle opgesneden groeven als hoofdgroeven gezien. Het is mogelijk dat niet alle oorspronkelijke hoofdgroeven zijn opgesneden. De eis van 1,6 mm profieldiepte geldt alleen als de niet opgesneden groeven, slijtage-indicatoren hebben.
  6. 6.

    De op de band aangegeven draairichting moet overeenkomen met de draairichting van het wiel in voorwaartse rijrichting van de bedrijfsauto. Een band moet zodanig gemonteerd zijn dat dit overeenkomt met de door de bandenfabrikant aangebrachte markering op de band die de draai- richting of de binnenkant of buitenkant aangeeft.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
    Toelichting

    Draairichting banden

    De draairichting van een band is alleen van belang als de term "rotation" op de band staat. De aanduiding "binnenkant" of "buitenkant" staat niet altijd even duidelijk op een band vermeld. De binnenkant van de band kan worden aangegeven met de term "INNER SIDE". Bij dubbele montage wordt de aanduiding die de binnenkant of de buitenkant aangeeft bij het binnenste wiel buiten beschouwing gelaten.

  7. 7.

    De op de band van een bedrijfsauto, in gebruik genomen na 31 december 1997, vermelde loadindex, mag niet kleiner zijn dan de loadindex behorende bij de maximumlast per band van de in het kentekenregister vermelde aslast. Hierbij is het bepaalde in Aanvullende permanente eisen, artikel 50, van toepassing.
    Wijze van keuren
    Visuele controle.
    Aanvullende permanente eisen

    Artikel 50

    1. Indien van een bedrijfsauto, een bus, of een aanhangwagen die na 31 december 1997 in gebruik is genomen de afzonderlijke maximumlast per as in het kentekenregister is vermeld, moet per as de volgende procedure worden gevolgd:
      1. de in het kentekenregister vermelde maximum last per as wordt gedeeld door het aantal banden op die as;
      2. aan de hand van Loadindex tabel annex 4 (pdf, 74kb)wordt bepaald welke loadindex behoort bij de onder a gevonden maximumlast per band;
      3.  de loadindex van elke band op die as mag niet lager zijn dan de onder b gevonden loadindex.
    2. Indien op de band een groep is gevormd met twee loadindexen achter elkaar, geldt met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, in het geval van enkele montage de eerst vermelde loadindex en in het geval van dubbele montage de tweede loadindex.
    3. De in het eerste lid, onderdeel a, gevonden waarde wordt:
      1. met 4% verminderd, indien het betreft een aanhangwagen uitgerust met dubbel gemonteerde personenautobanden;
      2. met 10% verminderd, indien het betreft:
        1. een aanhangwagen met een toegestane maximumlast onder de as of assen van niet meer dan 3.500 kg en uitgerust met enkelvoudig gemonteerde personenautobanden;
        2. een vuilniswagen;
        3. een reinigingswagen;
        4. een straatveegwagen;
        5. een sproeiwagen;
      3. met 15% verminderd, indien het betreft een bus , ingericht mede om staande passagiers te vervoeren en met een technisch toegestane maximummassa van meer dan 5.000 kg.
    4. De in het eerste lid, onderdeel a, gevonden waarde kan worden verminderd met een percentage overeenkomstig Documentannex 5: (pdf, 86kb) 
      1. bij een snelheid van 100 km/h, indien het een aanhangwagen betreft met een technisch toegestane maximummassa van meer dan 750 kg;
      2. bij een snelheid van 90 km/h, indien het een bedrijfsauto betreft met een snelheidsbegrenzer;
      3. bij een snelheid van 100 km/h, indien het een bus betreft met een snelheidsbegrenzer, of
      4. indien in het kentekenregister of op het kentekenbewijs een maximumsnelheid is aangegeven.
    Toelichting

    Loadindex op band ontbreekt

    Ontbreekt de loadindex op een band? Dan mag u het voertuig goedkeuren als deze voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

    • Het draagvermogen staat in kg op de band
    • Het draagvermogen staat in lbs op de band (2,205 lbs = 1 kg)
    • Bij het voertuig zit een document van de bandenfabrikant waarmee u het draagvermogen kunt vaststellen.  

    Loadindex vaststellen

    Loadindex = de maximale last die een band mag hebben.
    Om vast te stellen welke minimale loadindex nodig is, moet u de maximale last per band bepalen. U gaat altijd uit van de maximale last per as zoals deze in het kentekenregister staat vermeld. U deelt deze maximale aslast door de aantal banden van diezelfde as. 
    27 - 3L3Z12 - loadindex vaststellen formule
    Een band met een hogere loadindex aan de ene kant, kan een band met een te lage loadindex aan de andere kant op dezelfde as niet compenseren.
    In Annex 4 (pdf, 74kb) staat de maximale last (kg) die een band mag hebben omgerekend naar de loadindex.
    In Annex 5 (pdf, 86kb) staat het percentage waarmee de maximale last van een band vermeerderd of verminderd kan worden.

    Personenautoband

    Een personenautoband is te herkennen aan de eerste 2 cijfers in het volgnummer van de EG-goedkeuring die op de band staat vermeld. De eerste 2 cijfers moeten dan ‘02’ te zijn. Bijvoorbeeld e4 – 02 …

    Rekenvoorbeelden

    personenautoband

    Voorbeeld 1

    Een trekker (4x2) heeft   een snelheidsbegrenzer die is afgesteld op maximaal 90 km/u. De vooras, enkel lucht, heeft een maximale  aslast van 7.200 kg. De achteras, dubbel lucht, heeft een maximale  aslast van 11.500 kg. Alle  banden hebben de maataanduiding 315/70R22,5 152/148M. 

    Welke loadindex is er nu minimaal per band nodig? De berekening voor de loadindex per band is als volgt:

    Vooras: 7200 : 2 = 3600 kg als maximum last per band. Uit de tabel Annex 4 volgt dat er  een band  met een loadindex van minimaal 153 nodig is . De band die op de trekker zit heeft slechts 152 (getal voor de schuine streep betreft enkel lucht) als loadindex. Omdat het  voertuig  een snelheidsbegrenzer heeft, mag u de berekende maximale last per band volgens  tabel Annex 5 (middelste kolom) met 2% verminderen.

    Er is dus 0,98 x 3600 = 3528 kg per band nodig. Loadindex 152 staat voor maximaal 3550 kg last per band. De loadindex is in dit voorbeeld voldoende. Achteras: 11500 : 4 = 2875 kg als maximum last per band. Dit betekent dat er een band nodig is met een loadindex van tenminste 145. De loadindex bedraagt 148 (getal achter de schuine streep betreft dubbel lucht). Dit is ruim voldoende in dit voorbeeld. Hier hoeft u niet met de mogelijke vermindering van 2% te gaan rekenen.  

    Voorbeeld 2

    Het voertuig betreft een vuilniswagen (4x2). De vooras, enkel lucht, heeft een maximum aslast van 7.500 kg. De achteras, dubbel lucht, heeft een maximum aslast van 11.500 kg. Alle banden hebben de maataanduiding 315/70R22,5 152/148M.  Welke loadindex is er nu minimaal per band nodig? De berekening voor de loadindex is als volgt:

    Vooras: 7500 : 2 = 3750 kg als maximum last per band. Uit tabel Annex 4 volgt dat er  een band nodig is met een loadindex van minimaal 154. De gemonteerde band heeft slechts 152 (getal voor de schuine streep betreft enkel lucht) als loadindex. Omdat het voertuig een vuilniswagen is, mag u volgens Aanvullende permanente eisen artikel 50 lid 3 de berekende maximum last daarom per band met 10% verminderen. Er is dus 0,90 x 3750 = 3375 kg per band nodig. De loadindex 152 staat voor maximaal 3550 kg last per band. De loadindex is in dit voorbeeld voldoende. Achteras: 11500 : 4 = 2875 als maximum last per band. Er is  een band met een loadindex van tenminste 145 nodig. De loadindex is 148 (getal achter de schuine streep betreft dubbel lucht) Dit is ruim voldoende.

    Rekenvoorbeelden

    27 - 3L3Z12 - loadindex vaststellen

    Voorbeeld 1

    Een trekker (4x2) is voorzien van een snelheidsbegrenzer die is afgesteld op maximaal 90 km/u.
    De vooras, enkel lucht, heeft een maximale aslast van 7.200 kg. De achteras, dubbel lucht, heeft een maximale aslast van 11.500 kg. Alle banden hebben de maataanduiding 315/70R22,5 152/148M.

    Welke loadindex is er nu minimaal per band nodig?

    De berekening voor de loadindex per band is als volgt:
    Vooras: 7200 : 2 = 3600 kg als maximum last per band. Uit de tabel Annex 4 volgt dat er een band met een loadindex van minimaal 153 noodzakelijk is . De band die op de trekker zit heeft slechts 152 (getal voor de schuine streep betreft enkel lucht) als loadindex. Omdat het voertuig een snelheidsbegrenzer heeft, mag de berekende maximale last per band volgens tabel Annex 5 (middelste kolom) met 2% worden verminderd.
    Er is dus 0,98 x 3600 = 3528 kg per band nodig. Loadindex 152 staat voor maximaal 3550 kg last per band. Dit is dus correct.
    Achteras: 11500 : 4 = 2875 kg als maximum last per band. Dit betekent dat er een band nodig is met een loadindex van tenminste 145. De loadindex bedraagt 148 (getal achter de schuine streep betreft dubbel lucht). Dit is ruim voldoende in dit voorbeeld. Hier hoeft u niet met de mogelijke vermindering van 2% te gaan rekenen.

    Voorbeeld 2

    Het voertuig betreft een vuilniswagen (4x2). De vooras, enkel lucht, heeft een maximum aslast van 7.500 kg. De achteras, dubbel lucht, heeft een maximum aslast van 11.500 kg. Alle banden hebben de maataanduiding 315/70R22,5 152/148M.

    Welke loadindex is er nu minimaal per band nodig?

    De berekening voor de loadindex is als volgt:
    Vooras: 7500 : 2 = 3750 kg als maximum last per band. Uit tabel Annex 4 volgt dat er een band nodig is met een loadindex van minimaal 154. De gemonteerde band heeft slechts 152 (getal voor de schuine streep betreft enkel lucht) als loadindex. Omdat het voertuig een vuilniswagen is, mag volgens Aanvullende permanente eisen artikel 50 lid 3 de berekende maximum last daarom per band met 10% worden verminderd. Er is dus 0,90 x 3750 = 3375 kg per band nodig. De loadindex 152 staat voor maximaal 3550 kg last per band. Dit is dus correct. Achteras: 11500 : 4 = 2875 als maximum last per band. Er is dus een band met een loadindex van tenminste 145 nodig. De loadindex is 148 (getal achter de schuine streep betreft dubbel lucht) Dit is ruim voldoende.

  8. 8.

    Het loopvlak van de banden mag geen metalen elementen bevatten die tijdens het rijden daarbuiten kunnen uitsteken.
    Wijze van keuren
    Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
    Toelichting

    Beoordelen metalen voorwerpen in een band

    Zit er zichtbaar een metalen voorwerp (bijvoorbeeld een schroef of spijker) in een band? Dan hoeft u deze niet te verwijderen. Het is mogelijk dat de koordlagen beschadigd zijn, maar dit is meestal niet zichtbaar. Dit is geen afkeurpunt. Is de beschadiging wel zichtbaar, dan keurt u het voertuig hier wel op af.
  9. 9.

    De banden op één as moeten dezelfde maataanduiding hebben, behalve wanneer een
    nood- of reservewiel wordt gebruikt.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. Tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport is een
    nood- of reservewiel met een afwijkende maataanduiding niet toegestaan.
    Toelichting

    Maataanduiding banden met betrekking tot hoogtebreedte verhouding

    Banden met dezelfde bandenmaat maar waarbij de aanduiding /80 op één van de banden ontbreekt, mogen op één as gemonteerd zijn. De fabrikant is niet verplicht om een hoogte/breedte verhouding van 0,8 (80) op de band te zetten. Bij banden waarop de hoogte/breedte verhouding niet is vermeld, is deze verhouding dus 0.8 (80).

    27 - 2,3L,5 - Maataanduiding banden 145 R13 27 - 2,3L,5 - Maataanduiding banden 145 80 R13

    Foto: Maataanduiding van de band

  10. 10.

    Bij bedrijfsauto's met een maximummassa van niet meer dan 3.500 kg moeten de banden een juiste bandenspanning hebben zoals deze door de voertuigfabrikant is voorgeschreven voor het betreffende voertuig. Indien geen bandenspanning door de voertuigfabrikant is voorgeschreven, moeten de banden op één as een gelijke bandenspanning hebben.
    Wijze van keuren
    Visuele controle met behulp van een doelmatige bandenspanningsmeter.
    De juiste minimale bandenspanning wordt vastgesteld aan de hand van de in of op het voertuig aanwezige bandenspanningstabel. Indien een differentiatie in bandenmaat is gegeven moet hiermee rekening gehouden worden.
    Indien de gemonteerde bandenmaat niet vermeld wordt, moet de voorgeschreven spanning van de meest overeenkomende bandenmaat gebruikt worden.
    Indien de tabel niet leesbaar of niet beschikbaar is, moet informatie van de banden- of voertuigfabrikant gebruikt worden.
    Indien geen gegevens van de banden- of voertuigfabrikant beschikbaar zijn, wordt de hoogste bandenspanning als referentiewaarde aangehouden.
    De banden op één as moeten een gelijke bandenspanning hebben met een maximaal verschil van 0,3 bar.
    Bij het constateren van een te lage bandenspanning moet deze op de juiste bandenspanning worden gebracht.
    Toelichting

    Altijd meten bandenspanning

    Kunt u de bandenspanning niet meten? Dit is reden tot afkeur. Kunt u de bandenspanning niet meten omdat het ventiel van de binnenste band bij dubbele montage niet bereikbaar is? Dan moet u het buitenste wiel verwijderen en daarna de bandenspanning meten. Is de minimale (door de voertuigfabrikant opgegeven) bandenspanning hoger dan de maximale bandenspanning van de band, dan gebruikt u de maximale bandenspanning.  
  11. 11.

    De waarschuwingsinrichting van het controlesysteem voor de bandenspanning van bedrijfsauto’s in gebruik genomen na 31 december 2017, mag geen defect aangeven.
    Wijze van keuren
    Visuele en auditieve controle. Wanneer na het starten van de motor een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal wordt afgegeven dat het systeem niet goed functioneert, wordt ervan uitgegaan dat niet aan deze eis is voldaan. Indien het een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg betreft, wordt in geval van twijfel een rijproef uitgevoerd.