Kleur verplichte lichten
Artikel 5.12.53Actuele regelgeving
-
1.
De stadslichten en
achteruitrijlichten mogen niet anders dan wit of geel stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. -
2.
De richtingaanwijzers en de remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. -
3.
De achterlichten en de mistachterlichten mogen niet anders dan rood stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. -
4.
De achterkentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. -
5.
De markeringslichten mogen naar voren niet anders dan wit, en naar achteren niet anders dan rood stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.ToelichtingPlaatsing markeringslicht
De plaats van het markeringslicht(en) in de lengterichting van het voertuig, wordt niet voorgeschreven.
Dynamisch markeringslicht
De markeringslichten van een voertuig kunnen dynamisch zijn uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de vorm van de lichten wijzigt als deze werken. Bij markeringslichten kunnen ze bijvoorbeeld bewegen in een cirkel. Een voorbeeld ziet u op onderstaande afbeelding. Deze dynamische lichten zijn geen afkeurpunt als de lichten niet zijn beschadigd en voldoen aan de overige eisen zoals kleur.
Foto: Dynamisch markeringslicht
-
6.
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.Wijze van keurenVisuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. -
7.
De lijn- of contourmarkering aan de zijkant is wit of geel. De lijn- of contourmarkering aan de achterzijde is rood, wit of geel.Wijze van keurenVisuele controle.